Inleiding

Planten en plantenbereidingen worden vaak gebruikt in voedingssupplementen. Hun nut wordt sinds oudsher gekend en erkend. Door de trend naar meer “natuurlijke” producten, is de markt van voedingssupplementen met planten een bloeiende markt. Bekende voorbeelden van planten die gebruikt worden zijn: artisjok, brandnetel, cranberry, Echinacea, gember, ginseng, kamille, mariadistel, Valeriaan, … Er zijn er echter veel meer.

Tip: interessante app over de meest bekende planten

Zoek in jouw app store de app: “About Herbs” van het Memorial Sloan Kettering Cancer Center. De app richt zich zowel tot de consument met eenvoudige, begrijpbare informatie als tot de professional.


 

Wettelijke omkadering: België

Het KB van 29/08/1997

Sommige planten kunnen aanleiding geven tot interacties. Daarom moet hun gebruik goed omkaderd worden. Op Belgisch niveau wordt het gebruik van planten gereglementeerd door het KB van 29 08 1997, ook Plantenbesluit genoemd.

De veiligheid van planten die mogen gebruikt worden in voedingssupplementen werd uitgebreid geanalyseerd. Dat heeft geleid tot het vastleggen van maximale dosissen en gebruiksaanwijzingen zodat ze steeds veilig kunnen worden gebruikt.

Het Plantenbesluit bevat, o.m., een notificatieprocedure (ieder voedingssupplement dat op de Belgische markt wordt verkocht, moet vooraf genotificeerd zijn bij het Ministerie van volksgezondheid) en eisen rond etikettering en reclame.

Het KB heeft 3 bijlagen:

  • Bijlage I: De verboden planten

  • Bijlage II: Eetbare paddenstoelen

  • Bijlage III: Lijst met toegelaten planten (Inclusief dagelijkse maximale gehaltes en aanduiding van welk plantendeel mag worden gebruikt).

De Plantencommissie (Commissie van Advies voor Plantenbereidingen)

De Plantencommissie is samengesteld uit experten die advies geven aan het Ministerie van Volksgezondheid over de veiligheid van planten en preparaten met planten. NAREDI heeft als expert uit de industrie ook een zitje in de Plantencommissie.

Wettelijke omkadering: Europa waakt mee!

De “claimswetgeving” wordt op Europees niveau geregeld. Een “gezondheidsclaim” is een bewering. Je mag niet om het even wat “beweren” over voedingssupplementen. Alles wat op het doosje wordt vermeld, is onderworpen aan een zware evaluatie door EFSA, het Europees voedselveiligheidsagentschap. Als je op een doosje supplementen, bij voorbeeld, leest: “draagt bij tot de immuniteit”, dan weet je dat het zo is: EFSA heeft dit grondig onderzocht en de Europese Commissie heeft het daarna omgezet in regelgeving die dan door de lidstaten (in ons geval: door de Belgische overheid) werd geïmplementeerd in onze nationale wetgeving. Geruststellend, niet? Dit is de claimswetgeving.

Voor planten is er nu een zogenaamde REFIT-procedure aan de gang: een evaluatie en herziening. Tal van claims over planten werden destijds niet verder bestudeerd door EFSA en “on hold” gezet door de Commissie. Nu moet de Commissie een oplossing vinden voor deze claims. Planten zijn te waardevol om ze niet te gaan beoordelen. Het is nu zoeken naar een evenwichtige oplossing waarbij de veiligheid van de consument altijd op de eerste plaats moet komen.

Bij be-sup volgen we deze materie op via onze werkgroep “Technical and Botanicals” en via de werkgroep “Botanicals” van onze Europese Federatie, EHPM. De Commissie zal in het kader van de REFIT in het najaar een voorstel publiceren. Samen met de werkgroep “botanicals” van EHPM bereiden wij een position paper voor om de Europese instanties te helpen om een pragmatische oplossing te vinden voor de claims “on hold”: planten en plantenbereidingen zijn zeer waardevolle ingrediënten voor voedingssupplementen. Uiteraard staan de veiligheid van de consument en kwaliteit steeds op de eerste plaats voor onze industrie.